Naar de hoofdinhoud

Best practice voor drone-opnames

Gisteren bijgewerkt

Overzicht

Belangrijke overwegingen bij het vliegen met drones zijn cruciaal om de meest nauwkeurige en gedetailleerde gegevens te verkrijgen: vluchten met de beste resultaten hebben een hoge beeldoverlap en een consistente hoogte en camerahoek. Hieronder tref je een aantal eenvoudige instructies om de beste resultaten te verkrijgen.

Hoogte

Het handhaven van een consistente hoogte tijdens de vlucht is belangrijk voor het genereren van nauwkeurige resultaten. De uitzondering hierop is het vliegen in een baan rond verticale structuren voor 3D-reconstructie. Voor de meeste toepassingen raden we een consistente hoogte aan.

Op lagere hoogte zijn meer foto's nodig om een ​​correcte overlapping te bereiken.

Camerahoek

Voor de meeste projecten raden we aan om nadirbeelden vast te leggen. De camera is direct naar de grond gericht (0°) om nadirbeelden vast te leggen. In sommige gevallen zijn schuine beelden nuttig voor locaties met aanzienlijke hoogteverschillen of meerdere verticale structuren. Voor schuine beelden adviseren we een camerahoek van 0° tot 45° voor de beste resultaten. Beelden met een camerahelling > 60° kunnen niet verwerkt worden.

Overlap

We raden aan om ten minste 75% frontale overlap te hebben (ten opzichte van de vliegrichting) en ten minste 60% zijdelingse overlap (tussen de vliegsporen).

Vluchtpatroon

Om voldoende overlap tussen afbeeldingen te garanderen, raden we een raster- of dubbel rasterpatroon aan. Hoe meer afbeeldingen van een bepaald punt worden verzameld, hoe meer details en betere nauwkeurigheid. Het dubbele rastervluchtpatroon kan betere resultaten opleveren voor 3D-reconstructie als je primaire toepassing het genereren van meshes en puntenwolken is.

Vluchtpatroon met één raster

Vluchtpatroon met dubbel raster

IAls je nog vragen hebt, neem dan contact op met het OpenSpace Support team via support@openspace.ai.

Was dit een antwoord op uw vraag?